Het volk van Rohan stond bij buitenstaanders bekend als de vlassige Rohirrim, of Paardenheren, vanwege de nauwe band die ze hadden met hun paarden. Er waren inderdaad geen fijnere ruiters onder de mensenstammen. De Eorlinga's, zo noemden zij zichzelf, als volgelingen van de lijn van Eorl, die het koninkrijk Rohan stichtte.
Ze waren een trots volk en woonden meestal in kleine nederzettingen verspreid over de vlakten van De Mark, zoals Rohan ook wel werd genoemd. De grootste daarvan was Edoras, waar Koning Théoden woonde in de laatste dagen van het Derde Tijdperk. Tijdens de oorlog van de Ring leidde Théoden de Rohirrim naar Helmsdiepte toen ze werden verraden door Saruman de Witte, en later leidde hij een grote schare ruiters naar de hulp van Gondor waar ze hielpen de stad Minas Tirith te redden. De Rohirrim verzetten zich tegen Sauron, vochten samen met hun Gondoriaanse bondgenoten bij de Zwarte Poort, en bevestigden hun verbond in de jaren daarna door het huwelijk van Vrouwe Éowyn van Rohan met Faramir, Steward van Gondor.
Oplage: 750